Sociaal recht
RECENTE WIJZIGINGEN IN TIJDSKREDIET EN VERLOF
1.Een koninklijk besluit van 26 januari 2023 wijzigt verschillende koninklijke besluiten inzake tijdskrediet, thematisch verlof en loopbaanonderbreking (M.B..31 januari 2023).
Het wijzigt met name het koninklijk besluit van 12 december 2001 ter uitvoering van hoofdstuk IV van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van de arbeid en de levenskwaliteit wat betreft het systeem van tijdskrediet, de loopbaanvermindering en de vermindering van de uitkeringen bij deeltijdse arbeid zoals bepaald in CAO nr. 103.
Dit besluit van 2001 bevatte de voorwaarden en procedures voor de toekenning van onderbrekingsuitkeringen ten laste van de Onem.
Het besluit van 2023 schaft bepaalde rechten af en maakt de voorwaarden voor de toekenning van deze uitkeringen strenger.
2.Zo worden sommige regels inzake tijdskrediet zonder reden gewijzigd.
Een werknemer die zijn werk volledig onderbreekt en een voltijds tijdskrediet opneemt, heeft recht op onderbrekingsuitkeringen indien hij kan aantonen dat hij gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag voltijds bij zijn werkgever heeft gewerkt of gedurende de 24 maanden voorafgaand aan de schriftelijke waarschuwing aan de werkgever deeltijds heeft gewerkt.
Onderbrekingsuitkeringen worden toegekend aan werknemers die hun werktijd verminderen tot halftijds en een ½-tijdskrediet opnemen indien zij kunnen bewijzen dat zij gedurende de 12 maanden voorafgaand aan de aanvraag bij de werkgever voltijds in de onderneming hebben gewerkt.
De verhoogde vergoeding voor voltijds of halftijds krediet, die werd toegekend aan werknemers die minstens 5 jaar bij de werkgever in dienst waren, wordt afgeschaft.
Hetzelfde geldt voor de verhoogde vergoeding voor tijdskrediet en thematische verlofregelingen voor werknemers ouder dan 50 jaar.
3.Ook sommige regels inzake tijdskrediet voor kinderopvang worden gewijzigd.
Het decreet verhoogt de vereiste anciënniteit.
Met ingang van 1er Op 1 juni 2023 zal de werknemer 36 maanden anciënniteit bij zijn werkgever moeten bewijzen, in plaats van 24 maanden, om in aanmerking te komen voor uitkeringen in het kader van tijdskrediet voor kinderopvang, ongeacht of het voltijds, halftijds of 1/5-tijds betreft.
Deze anciënniteit is echter niet vereist indien het tijdskrediet wordt opgenomen direct nadat het recht op ouderschapsverlof is uitgeput voor alle kinderen waarvoor het recht bestaat.
Het decreet verkort ook de maximale periode waarvoor uitkeringen kunnen worden toegekend.
De maximale periode waarin de werknemer uitkeringen kan ontvangen in het kader van een tijdskrediet voor kinderopvang, die 51 maanden bedroeg, wordt teruggebracht tot 48 maanden voor alle tijdskredieten (voltijds, halftijds, 1/5-tijds).
Ten slotte verlaagt het decreet de leeftijd van het kind in het geval van een voltijds tijdskrediet.
Werknemers die hun uitkering volledig stopzetten om voor hun kind te zorgen tot de leeftijd van 5 jaar, hebben recht op een onderbrekingsuitkering van maximaal 48 maanden.
Zo kan de werknemer bij voltijds tijdskrediet alleen een uitkering krijgen als het kind minder dan 5 jaar oud is wanneer het verlof wordt opgenomen.
Anderzijds wordt de leeftijdsgrens van 8 jaar gehandhaafd voor half- en eenvijfde krediet.
De gevraagde periode van schorsing of vermindering van de arbeidsuitkering of de periode van verlenging moet ingaan voordat het kind de leeftijd van vijf of acht jaar bereikt.
4.Deze nieuwe regels gelden vanaf 1 januari 2010 voor alle aanvragen bij de werkgever.er februari 2023, met uitzondering van de wijziging van de anciënniteitsvereiste van 36 maanden voor tijdskrediet voor kinderopvang, die vanaf 1 februari 2023 van toepassing zal zijn.er Juni 2023.
Louizalaan 250
1050 Brussel
België
+32 (0)2 534 20 20
info@cew-law.be
Ontwikkeld door Le Sidecar Web