Een wet van 20 maart 2023 tot wijziging van artikel 11kwartaal van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten om de duur van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten te beperken (M.B., 28 april 2023, 43003).

Het dicht de maas in de wet, die geen regels bevatte voor de opvolging van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd met vervangende overeenkomsten.

Het Grondwettelijk Hof had in een arrest nr. 93/2021 van 17 juni 2021, dat deze omissie in strijd is met de Grondwet.

De nieuwe wet beperkt de opeenvolging en combinatie van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten tot twee jaar.

Deze limiet is niet van toepassing als de onderbreking toe te schrijven is aan de werknemer.

Als deze periode wordt overschreden, gelden de regels voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd.

De wet legt ook een speciale regel vast.

Wanneer een vervangingsovereenkomst volgt op meerdere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of overeenkomsten voor duidelijk omschreven werk, wordt deze vervangingsovereenkomst niet eenmaal in aanmerking genomen voor de berekening van de totale periode van twee jaar wanneer de opeenvolging van arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd of overeenkomsten voor duidelijk omschreven werk gerechtvaardigd is door de aard van het werk of door een andere legitieme reden.

In dit geval mag de totale duur van de reeks contracten echter niet langer zijn dan drie jaar.

Deze nieuwe bepalingen zijn op 8 mei 2023 in werking getreden.

Ze zijn van toepassing op arbeidsovereenkomsten die op of na die datum zijn gesloten.

Bij de berekening van de periode van twee jaar moet echter rekening worden gehouden met arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan vóór 8 mei 2023 en die achtereenvolgens voorafgaan aan de arbeidsovereenkomst die op of na die datum is aangegaan.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: Olivier Langlet (olivier.langlet@cew-law.be) en Sophie Poncin (sophie.poncin@cew-law.be), advocaten, CEW & Partner's.